Dead Skin Cash
Wij mensen werpen onze dode huid af, of dat nou vrijwillig of onvrijwillig is. In deze tentoonstelling nemen Ghita Skali en Salim Bayri dit als uitgangspunt om de ambiguïteit rondom onze relatie tot dode huid uit te vergroten—de spanningsvelden tussen acceptatie en afwijzing (sommigen houden het, anderen schrobben het weg), tussen de nabijheid en verwaarlozing ervan, tussen onze onverschilligheid en de onstuitbare productie ervan, tussen onze (soms obsessieve) zorg ervoor en de afkeer ervan zodra het het lichaam verlaat.
Netwerken voor het verzamelen van dode huid—voor 20 euro per gram— zijn ontstaan via geruchten, online advertenties, visitekaartjes en stickers die door de gehele stad zijn verspreid, met de slogan: “Get money for your dead skin.” Een naïeve poging om een nieuw soort valuta te creëren en tegelijkertijd om overheidsgeld om te leiden en her te verdelen onder mensen die uit nieuwsgierigheid, noodzaak of vermaak wilden participeren. Binnen deze context wordt een intiem en direct materiaal als huid een mogelijk handelsartikel. Hoe smerig kan geld zijn?
Wat gebeurt er als er een waarde wordt toegekend aan iets dat we uit ons lichaam stoten? Wanneer de mogelijkheid ontstaat om een beloning te krijgen voor iets dat gewoonlijk wordt weggegooid, ontstaan dilemma’s over economische belangen, integriteit, ethiek, arbeid en uitbuiting—weerklinkend in de Engelse metafoor “selling your own skin“. Ondanks het verleidelijke aanbod hadden sommige mensen geen interesse in de uitwisseling, wat de vraag opriep: “Wie kan het zich veroorloven zijn eigen huid niet te verkopen?”.
De tentoonstelling bestaat volledig uit nieuwe werken. Een “Dead Skin Cash” informatiebalie is bedrukt met grote textielen die lijken op luchtfoto’s van landschappen, maar die in feite gemaakt zijn van dode huid-monsters van participanten.
Binnenin lege emmers hoor je opgenomen stemmen; gesprekken met vreemden van afkeer en vermaak, verwarring van nagelsalons en meningen van een dermatoloog. Boven bevinden zich in een ‘klassieke’ tentoonstellingsruimte collages die gemaakt zijn met gevonden afbeeldingen en de verzamelde dode huid. Verder in de expositie toont de video “Semiotics of the Hammam“—een directe reactie op “Semiotics of the Kitchen” van Martha Rosler”—een personage dat gevangen zit in een droge hammam en geïrriteerd hulpmiddelen voor hygiëne presenteert die gaandeweg steeds meer op wapens beginnen te lijken.
Foto’s door Pieter Kers
Visuele identiteit door Oriol Cabarrocas.
Deze expositie wordt gesteund door Gemeente Amsterdam, Mondriaan Fonds en Prins Bernhard Cultuurfonds.